integratie
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen honderdduizenden arbeiders uit Zuid-Europa, Turkije en Noord-Afrika naar West-Europa en ook België om er de boomende economische groei met hun arbeid te ondersteunen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat deze ‘gastarbeiders’ na enkele jaren terug zouden keren naar hun land van herkomst. Vanaf 1965 zette de Belgische overheid echter campagnes op om de gastarbeiders en hun families aan te sporen in België te blijven.
Vanaf het einde van de jaren zestig werden in de grote steden ‘integratieraden’ opgericht met als voornaamste taak de gastarbeiders te ‘integreren’ (met andere woorden: ‘op te nemen’). Ook in Gent werd in 1971 een ‘Raadplegingscommissie voor gastarbeiders’ ingericht die tot 1991 zou bestaan.
Ook binnen deze commissies waren de meningen over ‘integratie’ van in het begin verdeeld. De meeste instanties bleven in die periode nog doordrongen van de ‘terugkeergedachte’ en wilden de gastarbeiders vooral voorbereiden op een mogelijke terugkeer. Het aanleren van Nederlands werd door velen als overbodig beschouwd.
Na de grootscheepse regularisatiecampagne van 1974 werd de terugkeergedachte langzaamaan losgelaten. In Gent werd in 1976 een eerste stap naar een integratiebeleid gezet door toenmalig schepen van onderwijs, Piet van Eeckhaut, die Maurice Maréchal aannam als tolk en bemiddelaar op de stedelijke concentratiescholen. De volgende jaren zou rond Maurice Maréchal een groep bemiddelaars en tolken ontstaan, die de basis zouden leggen voor de latere integratiediensten
Aan het einde van de jaren zeventig werd het vacuüm dat de stedelijke overheid inzake integratie liet bestaan gedicht door tal van privé-initiatieven (waaronder wijkgezondheidscentrum De Sleep, vrouwenwerking El Ele en huisvestingsdienst Het Woonfonds en de Turkse vereniging DHKD). In 1983 ontstond uit deze groep van progressieve Gentenaars en migranten het integratiecentrum De Poort-Beraber, dat tot 2003 zou bestaan en tot vandaag als wegbereider van de integratiesector geldt.
Na de Zwarte Zondag van 1991 maakte de Belgische overheid, met dank aan het lobbywerk van politica Paula D’Hondt, grote sommen geld vrij om stedelijke integratiecentra in te richten. Ook in Gent werd een Stedelijk Migrantencentrum (de huidige Stedelijke Integratiedienst) opgericht in de schoot van de stedelijke overheid.
Geconfronteerd met een in snel tempo diverser wordende bevolking, wordt het idee van ‘integratie’ vandaag steeds meer in vraag gesteld. In plaats van vreemdelingen ‘in te passen’ in de heersende cultuur, wordt vandaag steeds meer nadruk gelegd op het ‘samenleven in superdiversiteit’.
Tina De Gendt
Bronnen:
De Gendt T. (2014), Turkije aan de Leie. 50 jaar migratie in Gent, Tielt: Lannoo
Martens P. (1991), Het rapport dat niemand las, Zonhoven: uitgeverij BOEK
Paula D’Hondt, een koninklijk commissaris. Migratie en Integratie in één adem. Canon Sociaal Werk