de lange 19de eeuw: 1800-1914
Om migratie naar, binnen en uit West-Europa in de 19e eeuw te begrijpen, moeten we focussen op de wijzigingen in de West-Europese samenlevingen ten gevolge van de Industriële Revolutie. De mechanisatie van de landbouw zorgde ervoor dat meer voedsel door steeds minder mensen geproduceerd werd. Dit liet toe dat de bevolking exponentieel begon toe te nemen, maar veroorzaakte tegelijk een enorme werkloosheid op het platteland. Ook de ondergang van de huisnijverheid, die door de industriële productie werd verdrongen, zorgde ervoor dat vele plattelanders hun broodwinning kwijtraakten. Deze ontwikkelingen resulteerden in een massale migratiebeweging. In de loop van de 19e eeuw migreerde meer dan 50 procent van de Europese bevolking weg van haar geboorteplaats naar elders!
Ook België was gedurende de hele 19e eeuw eerder een emigratie- dan een immigratieland: meer mensen verlieten het land dan er toekwamen. Tussen 1847 en 1856 bijvoorbeeld kende België een migratiedeficit (het aantal emigranten min het aantal immigranten) van meer dan 150 000! Pas aan het begin van de 20e eeuw werd België een ‘land van aankomst’ eerder dan vertrek: tussen 1901 en 1910 kwamen meer dan 12 000 mensen méér aan in ons land dan er vertrokken.
Jozefien De Bock