De Eerste Wereldoorlog: 1914-1918
De Eerste Wereldoorlog zorgde ervoor dat heel wat mensen, overal ter wereld, voor kortere of langere tijd hun thuis moesten verlaten. Ook in België zette de oorlog heel wat mensen in beweging. Toen het Duitse leger in augustus 1914 België binnenviel, sloegen meer dan een miljoen mensen op de vlucht, vooral naar Nederland maar ook naar Groot-Brittannië en Frankrijk. De meeste van hen keerden na enkele maanden terug naar huis, maar velen bleven tot het einde van de oorlog in het buitenland wonen, vaak in vluchtelingenkampen. Zo verbleven tot 1918 meer dan 100 000 Belgische vluchtelingen in Nederland en meer dan 300 000 in Frankrijk. Na het aflopen van de vijandelijkheden keerde het merendeel van deze oorlogsvluchtelingen terug naar huis.
Niet alleen burgers, maar ook soldaten werden door het uitbreken van de oorlog in grote getalen verplaatst. Duitse soldaten vielen België en Frankrijk binnen en bleven er, in de steden maar vooral aan het front, jarenlang ‘wonen’. Vele Belgische, Franse en Britse soldaten ‘vestigden’ zich aan de andere kant van de frontlinie, tot het einde van de oorlog. Maar ook soldaten van (ver) buiten Europa werden naar Europa overgebracht, om mee te strijden voor de vrijheid van de staten die hen in eigen land onderdrukten. Bijna 400 000 soldaten uit de Franse koloniën, sommigen vrijwillig, andere gedwongen, streden mee in het Franse leger; meer dan een miljoen West-Indische, Indische, Australische, Nieuw-Zeelandse en Canadese soldaten, allen vrijwilligers, vochten in het Britse leger. Enkel het Belgische leger deed geen beroep op soldaten uit de koloniën: slechts 32 Congolese soldaten raakten bij de gevechten in Europa betrokken.
Jozefien De Bock